Overslaan en naar de inhoud gaan

Vlaamse Franstalige letterkunde. Uitzondering of troef?

“De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience verzamelt alles wat in en/of over Vlaanderen rond de Nederlandse taal, cultuur en geschiedenis wordt gepubliceerd.” Deze zin vat de opdracht en missie van deze bibliotheek mooi samen. Een zijsprong in dit verzamelbeleid is literatuur die door een Vlaming wordt geschreven, maar in de Franse taal. Wij vroegen ons af: hoe groot is dit fenomeen van de Vlaamse Franstalige letterkunde? En, hoe sterk is onze collectie in dit domein? Jobstudente Charlotte van Hooijdonk zocht het in augustus 2018 voor ons uit.

  • Vlamingen die in het Frans schrijven, het lijkt vandaag een contradictie. Is dit altijd zo geweest?

Zeker niet. Bij het ontstaan van België in 1830 is het dagelijkse leven ook in Vlaanderen doordrongen van het Frans. Bekende Vlaamse schrijvers als Emile Verhaeren (1855-1916) en Nobelprijswinnaar Maurice Maeterlinck (1862-1949) schrijven in de Franse taal, en behalen hiermee grote successen in Frankrijk en daarbuiten. Ze laten hun werk publiceren bij dezelfde uitgeverijen als auteurs uit Frankrijk.

  • Kan je de toenmalige Belgische of Vlaamse Franstalige literatuur omschrijven als een apart literair genre met een eigen stijl of inhoud? Of verschilt dit niet veel van wat er elders in Frankrijk of Europa werd geschreven?

Het antwoord op die vraag is genuanceerd. La Légende d’Ulenspiegel (1867) van Charles De Coster bijvoorbeeld illustreert de eigenheid van de toenmalige Belgische Franstalige literatuur. De Coster (1827-1879) is de zoon van een Vlaamse vader en een Waalse moeder, en hij schrijft in een soort van nieuw uitgevonden taal vol flandricismen. Deze regionale invalshoek vind je ook terug bij andere Vlaamse Franstalige schrijvers uit de negentiende en begin twintigste eeuw. Ze combineren elementen uit de Vlaamse geschiedenis met haar rebelse en barokke figuren met een meer universeel Franstalige stijl. Dit licht exotische karakter werd zeer door het lezerspubliek in Frankrijk geapprecieerd.

Gaandeweg zien we dat deze regionale invalshoek vermindert. Dit culmineert in 1937, toen verschillende Vlaamse schrijvers waaronder Marie Gevers (1883–1975), Franz Hellens (1881-1972) en Michel de Ghelderode (1898-1962) mee het befaamde ‘Manifeste du Groupe du Lundi’ ondertekenden. Hierin zetten ze zich af tegen het (Belgisch-Franse) ‘taalparticularisme’ en zoeken ze aansluiting bij de Franse cultuur en literatuur die vanuit Parijs wordt aangestuurd. Vanaf dan kan je eigenlijk niet meer spreken van een afzonderlijke ‘Belgische’ of ‘Vlaamse’ Franstalige literaire stroming.

  • Vermoedelijk heeft ook de zeer specifieke context in België met de taalstrijd, de opkomende Vlaamse beweging en de uiteindelijke federalisering van België een grote invloed op de Franstalige literaire wereld in Vlaanderen.

Na de Tweede Wereldoorlog en zeker vanaf de jaren vijftig loopt de Franstalige literatuur in België meer en meer gelijk met de feitelijke taalgrens. Er zijn nog steeds Vlamingen die in het Frans schrijven, maar die keuze krijgt steeds vaker een politieke connotatie. Slechts een handjevol auteurs zoals Guy Vaes (1927-2012) of dichter Jan Baetens (°1957) hebben lak aan die politieke context en blijven in het Frans publiceren.

Vandaag kan je stellen dat het fenomeen van de Vlaamse Franstalige literatuur nagenoeg volledig is verdwenen. Op Vlaams grondgebied wordt bijna uitsluitend in het Nederlands geschreven. De schrijvers die toch nog kiezen voor het Frans als schrijftaal blijven in de marge. Ze zijn weinig bekend bij het Vlaamse publiek, noch in de Franse literaire wereld, tenzij ze er expliciet voor kiezen om zich te vestigen in Frankrijk en meer specifiek in Parijs.

  • Je deed ook onderzoek naar de volledigheid van onze collectie. Hoe ga je hierbij te werk?

Het in kaart brengen van de waarde of de reikwijdte van een collectie is geen exacte wetenschap. Er bestaat jammer genoeg geen volledige lijst van alle Belgische Franstalige publicaties waartegen je de collectie van de Erfgoedbibliotheek kan afzetten. Wel heb ik geprobeerd om een zo representatief mogelijke steekproef van Belgische en vooral ook Vlaamse Franstalige auteurs te selecteren, vanaf 1830 tot vandaag. Hierbij valt op hoe beperkt ons geheugen wel is. Sommige auteurs zoals Octave Pirmez (1832–1883) werden in bloemlezingen van toen als toonaangevend beschreven. Vandaag is zijn naam hooguit nog een voetnoot in ons collectieve literaire geheugen.

Vervolgens gebruikte ik deze steekproef als uitgangspunt om jullie bezit te vergelijken met dat van andere bibliotheken in België. Hier is enige voorzichtigheid wel op zijn plaats. Het bezit van boeken in andere bibliotheken is niet altijd even eenduidig in kaart te brengen. Maar de resultaten van dit onderzoek kunnen zeker gebruikt worden om lacunes in de eigen collectie op te vullen.

  • Deze bibliotheek heeft als doel om het werk van Vlaamse Franstalige schrijvers in alle edities en in alle mogelijke vertalingen te verzamelen. Van Waalse en Brusselse Franstalige auteurs verzamelen we alleen werk dat als toonaangevend kan worden bestempeld, en bij voorkeur in Nederlandse vertaling. Slagen we ook in onze opzet?

Voor de periode tot 1920 geeft de collectie van de Erfgoedbibliotheek een volledig overzicht van de Belgische literatuur en zeker niet alleen van de Vlaamse Franstalige. Nagenoeg het volledige oeuvre van zowel toonaangevende Vlaamse Franstalige auteurs als Emile Verhaeren en Georges Eekhoud als dat van vergeten auteurs als Louis Keymeulen is aanwezig. De lacunes zijn zo goed als verwaarloosbaar: het gaat bijna altijd om kleine, in beperkte oplage gedrukte uitgaven.

Een andere opvallende sterkte in de collectie, en dit over alle periodes heen tot vandaag, zijn de vertalingen. Tijl Uilenspiegel van De Coster bijvoorbeeld vind je in alle mogelijke talen terug, en niet alleen in het Frans of Nederlands. Dit gaat van Duits, Tsjechisch en Hongaars tot zelfs Servo-Kroatisch. Hierin verschilt de collectie van de Erfgoedbibliotheek met die van andere Belgische bibliotheken. Zij verzamelen en bewaren vooral het originele Franstalige werk.

Daarna wordt het steeds moeilijker om de literaire productie van Vlaamse Franstalige auteurs op te volgen. Hoe blijf je op de hoogte van Vlaamse schrijvers die naar Wallonië of Frankrijk uitwijken en van daaruit publiceren? Schrijvers als Dominique Rolin (1913–2012) of Jacques Sternberg (1923–2006) zijn helemaal in het Franse literaire veld ingebed. Vaak zijn hun werken zelfs niet in het Nederlands vertaald. Nochtans schreef Rolin bijna uitsluitend over Vlaanderen en was Sternberg een rasechte Antwerpenaar. Het is een dus uitdaging om te bepalen welke auteurs als 'Vlaams' of 'Vlaams geïnspireerd' bestempeld kunnen worden. Voor de periode na 1920 zijn er zeker nog lacunes in de collectie, die opgevuld kunnen worden door op zoek te gaan naar hun werken bij gespecialiseerde antiquariaten.

  • Je studeert Franse letterkunde aan de Sorbonne in Parijs. Heb je in deze maand inspiratie opgedaan voor het nieuwe academiejaar dat binnenkort van start gaat?

Mijn kennis over de Vlaamse Franstalige letterkunde beperkte zich tot de meer bekende schrijvers als Georges Eekhoud (1854-1927) en Maurice Maeterlinck. Op zeer korte tijd heb ik dus enorm veel bijgeleerd. Het eerste wat ik doe als ik terug ben in Parijs is in de faculteitsbibliotheek op zoek gaan naar werken van Belgische en Vlaamse Franstalige auteurs. Vermoedelijk is de vangst zeer beperkt, want in de opleiding die ik volg komt dit onderwerp weinig tot niet aan bod. Vreemd genoeg stond ik hier tot voor deze opdracht nooit bij stil.

Bovendien heeft deze studentenjob me doen nadenken over de beeldvorming van de vrouw in de literatuur. In mijn masterthesis wil ik dit graag verder uitspitten, en een vergelijking maken tussen de literatuur uit Frankrijk en de Franstalige uit Vlaanderen.

  • Heb je nog een leestip uit de vele tientallen boeken die in jouw onderzoek de revue passeren?

Als Antwerpenaar kan je niet omheen het werk van Marie Gevers. Ze beschrijft het leven en de omgeving rond de Schelde op een heel lyrische maar ook kritische manier. Voor wie een beetje nostalgisch en romantisch is aangelegd is dit gefundenes Fressen.

 

Heb je zin in meer? Lees het volledige onderzoek van Charlotte van Hooijdonk.

14.09.2018

Meld je aan voor de nieuwsbrief