Overslaan en naar de inhoud gaan

Porno, pulp & literatuur

Online tentoonstelling

In de jaren 1950 tot ‘70 was er een grote bloei in de productie van pornografie in Vlaanderen. Het aanbod varieerde van goedkope pulptijdschriften tot literaire meesterwerken. Na een korte voorgeschiedenis, geeft deze expositie een overzicht van wat deze bloeiperiode te bieden heeft. We zien een evolutie van suggestieve naar expliciete inhoud en een van woord (pornoromans) naar beeld (pornotijdschriften). Dit stuk uit onze cultuur en literatuurgeschiedenis geeft een unieke kijk op het katholieke Vlaanderen rond de tijd van de seksuele revolutie. De thema’s die toen populair waren geven een zicht op de tijdgeest en de heersende moraal over seksualiteit.

Welkom in de hel

Dit is het inschrijvingsregister van de Stadsbibliotheek van Antwerpen, de voorloper van de huidige Hendrick Conscience Erfgoedbibliotheek. Ongepaste boeken werden hierin tot de twintigste eeuw voorzien van het rode label ‘hel’. Onder ‘ongepast’ werden zowel seksueel getinte als gezagsondermijnende boeken verstaan.

Pagina uit het stamboek van de Stadsbibliotheek

 

De verhalen van duizend-en-één nachten

Een van deze boeken in het register is Hassan Badreddine el Bass Raoui. Contre des 1001 nuits met illustraties van de Nederlandse kunstenaar Kees van Dongen. De verhalen van duizend-en-één nachten zijn nu vooral gekend door de sprookjes die zijn afgeleid van de oorspronkelijk verhalen, onder andere het verhaal van Aladdin vindt hier zijn oorsprong.

Een boek als De verhalen van duizend-en-één nachten dat nu tot ons cultureel erfgoed hoort, was toen verboden wegens de erotische scènes. Het is pas recent dat de bibliotheek de pornografie zag als deel van ons cultureel erfgoed.

Pagina uit "Hassan Badreddine El Bassraoui : conte des 1001 nuits" met illustratie van Kees Van Dongen

 

Libertijnse denkers

Het begin van de expliciete erotische literatuur wordt toegeschreven aan de libertijnse denkers. Zij combineerden hun maatschappijkritische ideeën met expliciete erotiek. Bij hun ideeën over de absolute vrijheid van het individu, hoorde ook de vrije seks. Zo een werk uit de collectie is Het Mengelmoes, een uniek handschrift uit 1696. Het is een verzameling van verhalen en liederen die zich afzetten tegen de kerk en het gezag in de vorm van porno. Dit boek kon de censuur vermijden doordat het niet werd uitgegeven. Als getuigenis van een alternatieve literaire kring in Antwerpen aan het einde van de zeventiende eeuw vormde dit handschrift de basis voor het doctoraat van Sven Molenaar in 2019.

Pagina uit "Het Mengelmoes"

 

Zes nonnen

Een van de liederen gaat over zes nonnen die fantaseren over seks met een priester. 

“Daer waeren eens ses ghesusterkens die om een paepe van curom dom daepen van curom dom doos dobbelden den heelen nacht wie bij mijn heer sou slaepen van curom dom daepen van curom dom doos”

 

Galante literatuur

Het woord ‘porno’ werd pas uitgevonden in de negentiende eeuw, hiervoor sprak men van ‘galante literatuur’. De belangrijkste galante schrijver en uitgever van België in de negentiende eeuw was Henry Kistemaeckers. In Le dix-huitième siècle galant et littéraire (1891) schrijft hij een boodschap aan zijn lezer: door de censuur in België moet hij stoppen met het uitgeven van zijn galante werken.

Pagina uit "Le 18e siècle galant et littéraire"

 

Le nu esthétique

Le nu esthétique van Emile Bayard is een boek dat ook het label ‘hel’ kreeg in het inschrijvingsregister. Het bevat naaktfoto’s van zowel mannen en vrouwen als kinderen. De foto’s waren eigenlijk bedoeld als inspiratie voor kunstenaars, maar voor andere waren de foto’s toen opwindend.

Titelpagina van "Le nu esthétique"

Pagina uit "Le nu estétique"

 

Gerard Walschap

Tijdens het interbellum was er nog steeds veel taboe rond de erotische literatuur, maar toch begon er stilaan iets te veranderen. Een werk dat dit goed illustreert is Adelaïde van Gerard Walschap. De roman gaat over een vrouw die een probleem heeft met het katholieke keurslijf rond seks en het huwelijk. In het boek worden haar seksuele fantasieën beschreven. Ze beeldt zich onder meer in hoe een groepje mannen haar bespied terwijl ze naakt is. Uiteindelijk pleegt ze zelfmoord uit schuldbesef. Er kwam meteen veel reactie op het boek van de katholieke gemeenschap. Adelaïde kwam op de beruchte katholieke Index te staan, een lijst met verboden boeken. Ondanks de reactie van de kerk kreeg Walschap een jaar later voor het boek de August Beernaertprijs van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en de Prijs voor Letterkunde van de Provincie Antwerpen.

 

Cover van "Adelaïde"

 

Dit is de reactie van zijn biechtvader en vriend Jan Hammenecker op het fragment waar Adelaïde zich inbeeld bespied te worden: “Ik ben eindeloos droef: uw boek 'Adelaïde'; hoor, Gerard, het ligt in mijn kachel te branden: schoone band, schoone letter op goed papier : flinke stijl (zie Marnix Gijsen) schoone vlam : adieu, Adelaïde! Weg, Adelaïde!”

 

De realistische pulpromans

De jaren 1950 tot ‘70 kende een ware bloei in het aanbod van de geschreven porno in Vlaanderen. Er werden aan de lopende band en in hoge oplage pornografische pulpromans geproduceerd. Deze boekjes werden goedkoop uitgegeven omdat het niet de bedoeling was ze vaak te lezen of te bewaren in een boekenkast, het waren gebruiksvoorwerpen. Typerend aan de pulpliteratuur is het uitgeven van de werken in reeksen. Tot 1968 was er een grote export van deze romannetjes vanuit Vlaanderen naar Nederland. Daar was toen nog strengere censuur op erotische literatuur, maar vanaf ‘68 veranderde de regels en werd men in Nederland progressiever en toleranter in vergelijking met België.

 

Suggestieve covers

De covers van de romans waren eerst nog suggestief, maar werden snel explicieter. Er werd vaak ingespeeld op de populaire cultuur om lezers te lokken, zoals bijvoorbeeld Marilyn Monroe, of er werden bekende strips zoals Suske en Wiske geparodieerd. De pornografische romans geven een goed beeld van de tijdsgeest waarin ze gemaakt zijn en wat er in die tijd populair was, want ze moesten een groot publiek (blanke heteroseksuele mannen) aanspreken.

Cover van "Sex-appeal te koop!"

 

Stereotype verhalen

De meeste verhalen in deze romans waren bijgevolg niet erg origineel. Vaak komen dezelfde thema’s terug, bijvoorbeeld de prostitutie. Sommige van de thema’s die toen populair waren, kunnen vandaag de dag niet meer. Stereotype verhalen over lesbiennes en gekleurde mensen als seksobjecten komen regelmatig voor. De meeste verhalen waren ook niet vrouwvriendelijk, vrouwelijke personages waren meestal prostituees of huismoeders.

Cover van "De straat der lichte meisjes"

 

De zwarte man en lesbische romans

De zwarte man werd in de pulpromans enkel gezien als een groot geschapen perverse primitieveling.

Lesbisch zijn werd gezien als een ziekte, waarvan een man de vrouw moest genezen. Lesbische seks werd geschreven gericht op het genot van de mannelijke lezer. Pornoromans over homo’s waren toen zeer zeldzaam.

Cover van "Black Priapos: heet koudvuur"

 

Cover van "Het huwelijk van een lesbische"

 

Pseudeowetenschappelijke werken

Naast de romans ontstonden ook (pseudo)wetenschappelijke werken over seks. De boeken deden zich voor als educatief en wetenschappelijk, maar waren vaak verborgen porno. Een veel voorkomende vorm van deze werken waren gidsen en handleidingen. De stereotype rollen van man en vrouw worden hier benadrukt.

Cover van "Kussen... maar hoe? Als de lippen 'ja' zeggen..."

 

Buitenslandse klassieke pornowerken

Ook populair waren de verhalen gebaseerd op buitenlandse, “klassieke” pornowerken. Deze Fancy’s dochters is gebaseerd op het Engelse Fanny Hill. De motieven van het Duitse Venus in Bont werden hergebruikt in Venus doet ontdekkingen. En de werken van de Franse libertijn Markies De Sade waren de inspiratiebron voor Julia en Anita in de leer bij De Sade.

 

Cover van "Fanny's dochters"

 

Cover van "Venus doet ontdekkingen"

 

Cover van "Julia en Anita in de leer bij De Sade: roman"

 

Soethoudt

Deze laatste drie werken werden uitgegeven door Walter Soethoudt. Hij was een van de belangrijkste uitgevers van pornografische pulpromans in de jaren ‘60. Zijn boeken zijn zeer herkenbaar door de sobere witte kaft met zwarte letters. Dit deed hij omdat de werken verkocht werden in de boekhandel van zijn ouders en zijn moeder geen expliciete foto’s op de kaft wou, daarnaast hielp het tegen de censuur. Soethoudt exporteerde ook ongeveer een derde van zijn oplage naar Nederland. Wanneer hij tegengehouden werd door de douane, kon hij makkelijk de controle omzeilen door een paar boekjes uit te delen. Soethoudt schreef zelf ook porno onder verschillende pseudoniemen. Hij gebruikte verschillende namen voor zijn uitgeverij, zoals Juthro en Bison, om pas later onder eigen naam uit te geven.

Cover van "Uitgevers komen in de hemel: herinneringen"

 

Pulptijdschriften

Begin van de jaren ‘70 werden de pulpromans in populariteit voorbijgestoken door de tijdschriften. Men snakte naar meer visueel materiaal en de tijdschriften waren een beter geschikt medium om foto’s in te plaatsen dan de romannetjes. Daarnaast zijn ze goedkoper om te produceren. Uitgeverijen die bekend waren voor hun romans, begonnen dan ook tijdschriften uit te geven. Een van de grootste hierin is De Schorpioen, deze uitgeverij had verschillende tijdschriften waaronder Sex Top en Sexy West.

Cover van "De Mascotte 258"

 

Mascotte

Net als bij de romans werden de covers hier steeds meer expliciet. Deze afbeelding en de vorige zijn covers van twee nummers van het tijdschrift de Mascotte: de vorige is nummer 258 en deze 436. In de vroegste nummers bestonden de tijdschriften steeds uit enkel één erotisch verhaal en waren ze dus nog zeer sterk verwant aan de romans, maar later was er een meer gemengde inhoud zo kwamen bijvoorbeeld ook horoscopen aan bod.

Cover van "De Mascotte 439"

 

Klantenbinding

De uitgevers deden aan klantenbinding. Sommige brachten de boekjes zelf aan huis of stuurden ze op met de post. Het nemen van een abonnement op een romanreeks of tijdschrift werd gepromoot en op de achterzijde werd er vaak een overzicht gegeven van de eerder in de reeks verschenen romans. Er werd ook reclame gemaakt voor andere reeksen of tijdschriften van dezelfde uitgever. Daarnaast werden promoties gedaan om het kopen van meerdere romans tegelijk aan te moedigen door 10 + 1 gratis acties, zoals er hier een te zien is.

Coupon uit "Schandaal rond Eva"

 

Frank Van Dijck

Een zeer actieve schrijver in de pulptijdschriften is Frank Van Dijck. Hij kwam in het milieu terecht na een ontmoeting met Soethoudt. De naam Van Dijck is echter niet bekend, hij schreef onder meer dan twintig pseudoniemen. Als veelschrijver verdiende hij er veel geld mee. In totaal verschenen er meer dan 350 verhalen van zijn hand. Hij gebruikte zijn verschillende pseudoniemen om over verschillende thema’s en vanuit andere invalshoeken te schrijven. Voor hij begon als schrijver was hij Belgisch kampioen in judo en karate, onder het pseudoniem professor Akimao schreef hij porno verhalen rond dit thema. Als Rosette Clément schreef hij naar eigen zeggen vrouwvriendelijke porno. Toen hij in Spanje woonde maakte hij gebruik van een Spaans klinkende naam als Miguel de la Cerveza.

Cover van "Het naakte eiland"

Vlaamse Filmpjes

Onder de naam Franklin Frehman schreef Van Dijck een reeks verhalen over Los tres Diabolos in Sexy West. Om meer geld te verdienen zonder nieuwe verhalen te bedenken, schrapte hij alle seksscènes en stuurde het overgebleven verhaal op naar de uitgeverij Averbode. Ze publiceerde dit in de De Vlaamse Filmpjes, een verhalenreeks die massaal werd gelezen door lagere schoolkinderen. Zo verdiende Van Dijck dubbel aan hetzelfde verhaal. Hoewel hij voor beide versies hetzelfde pseudoniem en dezelfde titels gebruikte, kwamen de paters van Averbode er pas achter na zestien Vlaamse Filmpjes. De samenwerking werd meteen in alle stilte stopgezet.

Cover van "Los Tres Diabolos tegen de smokkelaars"

 

Cover van "Los Tres Diabolos tegen de smokkelaars"

 

Porno in de literatuur 1967-69

Door de veranderde tijdsgeest als gevolg van de seksuele revolutie, begonnen literaire schrijvers het steeds meer te durven om porno te schrijven. Deze boeken werden uitgegeven bij prestigieuze uitgevers en hoefden niet onder de toonbank worden verkocht. Soethoudt had met zijn uitgeverij ook literaire ambities. Hij wou het literaire niveau van de pulpromans verhogen en kon verschillende schrijvers overtuigen om voor hem porno te schrijven. Hierdoor vervaagde stilaan de grens tussen pulp en literatuur. Naar eigen zeggen konden zowel de auteurs als de uitgevers meer verdienen aan de porno dan aan hun literaire werken. “Porno betaalde de literatuur,” zei hij.

C.C. Krijgelmans schreef enkele romannetjes voor Soethoudt onder het pseudoniem Jug Me Bash. Deze wordt voorgesteld als de ster-auteur van de uitgeverij. Daarbij bracht Krijgelmans een erotisch woordenboek uit bij Soethoudt als Karel Elleveest. Dit werk sloeg echter niet aan bij het publiek, hierdoor kwam de rest van de reeks toen niet uit.

Cover van "Joelala alfabet: van AAAAA... tot dom..."

 

Voortplantingsoffensief

In 1971 had Soethoudt het plan om verschillende bekende literaire auteurs samen een pornoroman op literair niveau te laten schrijven. Elke schrijver zou één hoofdstuk schrijven dat op het vorige verder bouwt of ‘voortplant’, de titel Het voortplantingsoffensief verwijst hiernaar. Maar het plan ging al na de eerste drie hoofdstukken mis, uiteindelijk bestond het boek uit verschillende losse bijdragen van de auteurs. Zo schreef Jan Emiel Daele enkele erotische gedichten. Ook Louis Paul Boon was door Soethoudt gevraagd, maar hij weigerde. Zijn weigeringsbrief werd in het boek geplaatst als zijn bijdrage. Opvallend is dat hier op de cover alle echte namen van de auteurs zijn vermeld.

Cover van "Het Voortplantingsoffensief"

 

Jef Geeraerts

Jef Geeraerts werd ook gecontacteerd door Soethoudt. Hij gebruikte hier wel nog een pseudoniem, Claus Trum.

Enkele jaren hiervoor was Geeraerts al het middelpunt van een controverse die zelf tot in het parlement voor discussie zorgde. In 1968 bracht hij zijn autobiografische boek Black Venus uit waar hij onder meer zijn seksuele avonturen met Congolese vrouwen beschrijft. De reacties over het werk waren zeer gemengd. Sommige prezen het voor de vernieuwende manier van schrijven en noemden het zelfs een literair meesterwerk, terwijl andere het veroordeelden voor racisme en seksueel exhibitionisme. De discussie bereikte een hoogtepunt wanneer het boek in oktober ‘69 de driejaarlijkse Staatsprijs voor Verhalende proza wint. Een maand later werd het in een Oostendse boekhandel in beslag genomen door de overheid. Dit zorgde voor een politiek debat. Het boek werd al na een week terug vrijgegeven

Black Venus werd ondertussen al meer dan dertig keer herdrukt. Op de cover van de versie uit 1970 van het boek werd een expliciete foto geplaatst.

Cover van "De Fotograaf"

 

Hugo Claus

Een andere literaire auteur wiens werk ook voor serieus ophef zorgde is Hugo Claus. Zijn toneelstuk Masscheroen (1967) werd veroordeeld wegens Godslastering, omdat de Heilige Drievuldigheid werd vertolkt door drie naakte mannen waaronder Freddy de Vree en Hugues C. Pernath. Het stuk is een eigentijdse bewerking van het 16e-eeuwse mirakelspel Mariken van Nieuwmeghen. Eerst kreeg Claus een effectieve celstraf van vier maanden en een geldboete van 10.000 belgische frank. Na een proces van twee jaar moest hij enkel nog de geldboete betalen.

Cover van "Masscheroen: een spel"

 

Jan Emiel Daele

In het tijdschrift daele van Jan Emiel Daele plaatste zijn vriend Herman J. Claeys - van de anarchistische boekhandel De Dolle Mol te Brussel - in 1967 een oproep om een nieuwe begroeting te introduceren in plaats van “de conservatieve handdruk”. Hij stelt een penis- en tepelgroet voor. Na het verschijnen van het tijdschrift vonden er huiszoekingen plaats bij zowel Claeys als Daele om alle exemplaren van het nummer in beslag te nemen. Dit zorgde voor veel ophef in literaire milieus, omdat dit in beslag nemen de vrijheid van meningsuiting zou schenden en men de inmenging van justitie beu was. Hierna kwam er een daele-‘noodnummer’ uit waarin alle teksten over het censuur van De Penisgroet werden verzameld. We zien hier onder andere de meningen van Boon en Claus.

Cover van "Daele Noodnummer 13"

 

Louis Paul Boon

Louis Paul Boon had zelf nooit problemen met censuur, ondanks zijn controversiële werk. Na zijn boek over de priester Pieter Daens (1971) werd hij met open armen ontvangen door de katholieke gemeenschap. Hij ergerde zich hieraan en schreef als protest Mieke Maaike’s obscene jeugd. Dit boek gaat over een meisjes dat doorheen haar tienerjaren allerlei seksuele avonturen beleeft. Het werk was zeer populair en wordt vooral gelezen als satire op de toenmalige moraal van de samenleving rond seks. Boon richtte zich tegen de seksuele revolutie omdat hij vond dat het te ver was gegaan. Zo was er toen minder taboe rond pedofilie. Pas na zijn dood wordt Boon bekritiseerd en Mieke Maaike wordt door tegenstanders bestempeld als kinderporno.

Cover van "Mieke Maaike's obscene jeugd"

 

Ook zijn Fenomenale Feminateek kreeg te kampen met kritiek. Dit werk is een verzameling van naaktfoto’s van vrouwen. De verzameling bevat ook foto’s van kinderen die Boon zelf categoriseerde als ‘kindvrouwtjes’ en ‘lolita’s’. Er zitten foto’s tussen van naakte meisjes die nog maar amper drie jaar oud zijn.  De collectie bevat meer dan 22.000 foto’s

De foto’s werden meerdere malen gepubliceerd, onder ander in het mannentijdschrift . Hiervoor nam Boon ook interviews af met enkele meisjes, zogenoemde ‘playmates’. In 2019 ging een journalist van het tijdschrift Knack op zoek naar deze vrouwen om hun te interviewen over hun ervaringen.

In 2008 zorgde de verzameling voor controverse toen het Antwerpse FotoMuseum ze wou tentoonstellen. Deze tentoonstelling werd afgelast door het provinciebestuur omdat “het artistieke gehalte van de collectie” te laag is.

Cover van "Partner: maandblad voor mannen vol. 9"

 

Credits

Deze online tentoonstelling is gebaseerd op de tentoonstelling Porno, pulp & literatuur die in de Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience liep van december 2019 tot en met februari 2020. Lees hier meer over deze expo

Meld je aan voor de nieuwsbrief