Overslaan en naar de inhoud gaan

Dit is de plek waar mijn zoektocht begint

Jan Hertoghs is journalist bij Humo. Wij wilden weten hoe zijn research in zijn werk gaat en welke rol onze collectie daarin speelt.

08.02.2018

 

  • In 2016 werd u door de Stichting Verhalende Journalistiek bekroond tot Meesterverteller. De jury roemde u als een ‘chroniqueur van het dagelijks leven’. Wat moeten we ons hierbij voorstellen?

In mijn artikels en reportages maak ik vaak verhalen over de zogenaamd ‘kleine’ onderwerpen: dat zijn alledaagse zaken en daarvan probeer ik de grotere wereld te tonen die erachter zit. Het artikel dat de jury overtuigde, gaat over de langste busrit die je in dit land kan maken. Dat is met buslijn 1011: op 144 km verbindt ze Luik met Athus, aan de Franse grens. Ik rij dan zelf een aantal keren met die bus en ik sprokkel verhalen bij de chauffeurs en de reizigers. Nog voor ik begin ‘zie’ ik in mijn verbeelding die bus, de landschappen en de passagiers, maar eigenlijk weet ik weinig of niets vooraf. Ik heb alleen een vermoeden dat er een mooi verhaal achter zit.

Ik vertrek heel vaak van iets heel gewoons. Een verhaal kan ook beginnen bij een fait divers in de krant, een klein berichtje over een brand in een crematorium. Dit is voor mij de aanleiding om op zoek te gaan naar gelijkaardige verhalen over wat er allemaal mis kan gaan op zo’n ogenschijnlijk serene plek.

  • In onze leeszaal zien we u dan druk in de weer met krantenbundels.

Zo begin ik bijna altijd. Ter inspiratie en verdieping doorloop ik meerdere weken of maanden van jullie historische kranten. Het zijn mijn eerste en vaak belangrijkste bronnen. Daarvoor kom ik ook naar de Erfgoedbibliotheek. Dit is al decennialang de plek waar mijn zoektocht begint. Voor zo’n onderzoek pluis ik de nieuwsbladen uit, niet alleen voor de feiten, maar ook om een beeld te krijgen van de tijdsgeest. En dat gaat heel breed. Ik ga na wat er toen op TV was, de hitparades, de cinema-advertenties, zelfs de weerberichten. Dat anekdotische probeer ik allemaal bij mijn onderzoek te betrekken. Bijna altijd begint mijn onderzoek  vanuit het niets, ik heb alleen een vraagstelling of idee dat me bezighoudt. Bijvoorbeeld: dodelijke verkeersongevallen in de jaren zestig. Ik zag er heel veel op de straathoek waar we woonden. En dan ontdek ik via de kranten dat er toen dubbel zoveel verkeersdoden waren met vijf keer minder auto’s dan nu. Een weinig gekende keerzijde van die 'golden sixties'.

Naast dagbladen zoek ik ook in gespecialiseerde tijdschriften, bijvoorbeeld Touring Wegenhulp als het over auto’s gaat, of B revue als het met de spoorwegen verband houdt. Het helpt ook om eerst in weekbladen naar de juiste tijdsperiode te zoeken, en dan de overstap te maken naar de kranten. Los van de dagbladen zoek ik in jullie catalogus ook altijd op trefwoorden en titelwoorden. Uit al die bronnen haal ik locaties en namen van getuigen.

Getuigenissen zijn heel belangrijk in mijn artikels. Zo ga ik op zoek naar chauffeurs van takelwagens die te maken kregen met dodelijke ongelukken. Ik vraag hoe zij het verkeer hebben zien veranderen, en ook,  hoe zij de familie opvangen na zo’n fataal ongeluk. Voor een artikel over nozems ga ik op zoek naar vroegere nozems en laat ze opnieuw vertellen over hoe zij met hun bende erop uit trokken.

Uiteraard moet je wel eens wantrouwen overwinnen. Mensen zijn soms achterdochtig. Ik heb pas iets gemaakt over de oudste nummerplaten die nog op de weg zijn. Eén koppel wilde zelfs de voordeur niet openen. Ze riepen vanuit het bovenraam ‘Neen we zijn niet geïnteresseerd’ en ze lieten me voor de deur staan. Die achterdocht heb ik de laatste jaren zien toenemen.

  • Hoe kiest u de onderwerpen waarover u wil schrijven?

Alles kan me inspireren. De actualiteit kan me doen afvragen hoe de dingen er in het verleden aan toe gingen. Maar evengoed lees ik jaargangen van Het aanzien van... Bij het begin van 2018 kijk ik naar de edities van 1978, 1968 en 1958, en daar haal ik toch vaak enkele dingen uit die me interesseren. Ik ben ook bijzonder nieuwsgierig naar gebeurtenissen die ik als kind van nabij heb meegemaakt, zoals de ijswinter van 1962-63 of de tornado van Oostmalle in 1967. Of neem die nozems. Ik heb ze als kind zien vechten op een kermis in Deurne-Noord; dan ben ik benieuwd wat er over zo’n onderwerp nog te vinden is. Ik verdiep me graag in een bepaald aspect van de jaren zestig dat vergeten is.

  • Hoe bent u erin gerold om dit soort van journalistiek te beoefenen?

Ik heb altijd graag voor Humo gewerkt. Van bij het begin - onder Guy Mortier - kreeg ik al de vrijheid om alle mogelijke onderwerpen uit te spitten. Zo stelde ik hem voor om een artikelenreeks te schrijven over kassiersters; ik was nieuwsgierig hoe zij de klant zagen vanachter hun kassa. Hij was gelijk akkoord en zo krijg je reportages die heel veel lezers aanspreken, want iedereen komt in de supermarkt.

  • Is het al gebeurd dat een onderwerp niets oplevert in de kranten?

Dat gebeurt, en dan laat ik zo’n onderwerp een tijd rusten. Soms moet ik heel lang zoeken naar informatie. Voor een artikel over de geschiedenis van onze verkeersborden zocht ik maandenlang naar ontwerpen en ontwerpers van de allereerste verkeersborden. Uiteindelijk heb ik in het Felixarchief onder het trefwoord ‘Bestuur der Wegenis’ toch vroege ontwerpen van borden gevonden. Ze dateerden uit 1924. 

  • Bezoekt u nog andere erfgoedinstellingen?

Voor artikels met historische inslag kom ik af en toe in het Felixarchief. Ik ben ook wel eens in de Koninklijke Bibliotheek geweest en het Huis van Alijn in Gent heeft me al meerdere keren met foto’s geholpen. Maar meestal vind ik alles wat ik nodig heb in deze bibliotheek. Veel journalisten werken uitsluitend op basis van internet of interviewen één getuige, maar dat is te beperkt voor mij. Als ik een artikel schrijf over tankstations van de jaren zestig, dan ga ik op weg in de provincie om nog oude benzinestations en pompuitbaters te vinden. Ook als zo’n artikel gepubliceerd is blijf ik verder knipsels verzamelen rond dat onderwerp. Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet aan banden leggen, ik blijf ermee bezig.

In de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience bewaren we een nagenoeg volledige HUMO-collectie. U kan zowel de oude als recente edities, met alle artikels van Jan Hertoghs, in onze leeszaal raadplegen. En hier kunt u zijn blog "Just a streetview" bezoeken.

Meld je aan voor de nieuwsbrief